home Wolff  Beernink Hengelo-toen erf Beernink genealogie
familienaam stamboom Beernink-Boing Elisabeth Boing Riemersma Boing USA

De gezusters (Sjoerds) Riemersma


Makkum (gemeente Wonseradeel, tegenwoordig gemeente Súdwest-Fryslân)  was in 17e eeuw 18e eeuw een bloeiende stad aan de Zuiderzee. Makkum was een belangrijk bedrijvigheids- en handels-centrum, inclusief steenbakkerijen, tegelbakkerijen, hout, olie, papier en pelmolens, scheepswerven en schelpkalkovens. Hier worden halverwege de 19de eeuw de vijf dochters van Sjoerd Riemers Riemers-ma en Johanna Sikkes van der Zee geboren:

1851: Aafke,

1854: Wytske,

1857: Klaaske,

1859  Sjoukjen, en

1863: Anna.

Al deze vijf dochters Riemersma hebben op de een of andere manier iets te maken met de families Wolff en Beernink.


De zussen hebben eerst ook nog een oudere broer, dat is Riemer Riemersma (1849-1869). Deze overlijdt al jong tijdens zijn dienstplicht bij de Koninklijke Marine in Den Helder. In zijn overlijdensakte is te lezen:

“…, verschenen Jacobus Daniel Schieke, oppasser in het hospitaal oud 28 jaren, wonende in deze gemeente, en Pieter Groot, van beroep veldwachter  oud 71 jaren, wonende mede alhier, bekende van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op den achtsten dezer des morgens ten zeven ure, in het huis staande op de Rijkswerf alhier genaamd het Marine Hospitaal in den ouderdom van 19 jaren is overleden Riemer Riemersma van beroep Matroos geboren te Wonseradeel en wonende te Wonseradeel, als zeemilicien (= dienstplichtige bij de marine) behoort hebbende tot de rolle van Zijne Majesteits drijvende batterij Neptunus, ongehuwde zoon van Sjoerd Riemersma en Sikkes van de Zee.”





Drijvende Batterij Zr Ms Neptunus

1860 - 1876

Wytske

Wytske trouwt in 1891 te Utrecht met bakker PA Wolff (1844-1911). Wolff is weduwnaar met twee kinderen, Thea is 13 en Piet is 11 jaar oud. Kort voor het huwelijk woonde Wytske nog in Delft. PA Wolff heeft een bakkerswinkel aan de Oude Gracht (recht tegenover de Augustinus kerk, een Waterstaatskerk). De bakkerij bevond zich in de kelder op kade-niveau. Nu afgebroken (Bijenkorf).

P A Wolff

Anna

Als de vrouw van chefmachinist GJ Beernink in 1899 overlijdt blijft hij achter met vier kinderen. Mien, Daat, Jan en Gerard zijn dan 10, 8, 7 en 6 jaar oud. Zijn ouders, broer en ene zus zijn al overleden. Alleen zijn zus Gezina, die met schoenmaker Ben Hüften is getrouwd, kan hem af en toe bijstaan. In 1901 trouwt hij met Anna Riemersma.


Anna was eerder, in Bemmel bij Nijmegen, getrouwd met QJH Janssen. Janssen overleed 10 maand na het huwelijk. Dat was op 13-12-1898.

G J Beernink

Hendrik Tekstra met zijn vrouw Klaaske Riemersma bij hun 25-jarig huwelijksfeest. Leeuwarden 1909

Klaaske

Klaaske, de middelste van de vijf gezusters, trouwt als ze 26 jaar oud is met de ongeveer even oude boerenzoon Hendrik Tekstra uit Greonterp. Hendrik is dan in 1884 van beroep timmerknecht. Ze blijven kinderloos. In 1891 vertrekken ze vanuit Leeuwarden naar Haarlem,  Hendrik geeft dan als beroep op: “hout- en stempelsnijder”. Bijna twee jaar later keren ze weer terug naar Leeuwarden (hij als “Beeldhouwer en meubelmaker”) en al snel vestigen ze zich dan aan de St. Jacobsstraat L16.

Op dit adres heeft Hendrik een werkplaats waar hij zich specialiseert in het maken van houtsnijwerk, het zogenaamde Friese kerfsnee, dat tegenwoordig geldt als erkend erfgoed. Dergelijk Fries houtsnijwerk herken je meteen aan de rozetten en bloemmotieven.


Het is ook hier dat zus Anna haar thuishonk heeft. In 1895 komt die na een periode in Utrecht voor een tiental maanden logeren. Daarna naar Mijdrecht en in 1897 verblijft ze voor een half jaar. Dan vertrekt ze naar Bemmel en komt ze in 1899 terug als jonge weduwe. Acht maanden later, mei 1900, vertrekt ze naar Hengelo waar ze op 17-2-1901 huwt met GJ Beernink.

De stiefdochter van Klaaske’s zus Wykske, Thea(dora) Wolff komt in februari 1900 vanuit Utrecht inwonen. Theadora Wolff (die later in Voorburg met Johan Nipper trouwt) blijft ruim vijf jaar, daarna verhuist ze naar ‘s-Gravenhage.

Uit het Dienstbodenregister van Leeuwarden blijkt dat ook Mien Beernink korte tijd ingewoond heeft bij Klaaske en Hendrik Tekstra. Zij kwam als “modiste” van Tiel naar Leeuwarden. Ze was eerst in de kost bij C Tossel (Nieuwestad 93) en later bij de moeder van Hendrik Tekstra: adres St Jacobsstraat L16-boven.


Klaaske en Hendrik verhuizen in mei 1914 naar ‘s-Gravenhage. Hendrik geeft dan in Leeuwarden als beroep op: “Beeldhouwer en Meubelmaker en Winkelier”. In Den Haag wordt hij echter ingeschreven als alleen “meubelmaker”. Hij moet in Leeuwarden iets verkeerd hebben gedaan: zowel in het bevolkingsegister van Leeuwarden als in dat van Den Haag is bij zijn naam een aantekening geplaatst: “Door de officier van justitie te Leeuwarden d.d. 17-1-1914 uitgesloten van uitoefening van het kiesrecht”. In april 1915 verhuizen ze naar Zeestraat 19. Dat is het adres van "Mej. Riemersma (schoonzuster)", waar Aafke en Sjoukjen Reimerma de Friese winkel runnen.

In 1921 verhuizen ze naar Bussum, St Janslaan 43. Is dat het adres Theo(dora) Wolff en Johan Nipper?  Weer later wonen ze in Joure. Klaaske overlijdt met 74 jaar in 1932, Hendrik met 81 in 1940.

Jan Beernink en Hendrik Tekstra

(ca. 1910,  Leeuwarden.

In december 1908 komt de zes-tienjarige stiefzoon van Klaaske’s zus Anna, Jan Beernink vanuit Hengelo als “leerling Beeld-houwer” in de kost. Drie jaar later vertrekt Jan naar Haarlem om zich daar verder in het beeldhouwersvak te ontwikkelen zoals als zijn oom Hendrik dat twintig jaar eerder deed. Jan trouwt veel later in Den Haag met Marie Smeele. Ook Gerard Beernink, de jongere broer van Jan wordt bij de gemeente Hengelo in 1908 voor kortere tijd uitgeschreven naar Leeuwarden. Voor-dien was hij op kostschool in Oudenbosch. (Jan huwt in 1919 met Grad Verheuvel en overlijdt op 35-jarige leeftijd in Zutphen.)

Mien (21) in de tuin van Tekstra

(1910, Leeuwarden)

Piet Wolff en Mien Beernink

De stiefzoon van Wytske (de zoon Piet Wolff van PA Wolff uit Utrecht) bezoekt Hengelo en stuurt Mien Beernink prentbriefkaarten met de aanhef: “Mijn lieve Nicht ...”; de zus van zijn stiefmoeder is immers de stiefmoeder van Mien. Hier komt de in de familie gevleugelde uitdrukking : “Neef en nicht vrijt licht” uit voort.


Dat Piet Wolff wel eens in Hengelo kwam blijkt ook uit de foto hiernaast. Voor het Hengelose “Verenigingsgebouw” zien we Piet (1879) en zijn veel jongere toekomstige zwager Jan Beernink (1892) gebroedelijk naast elkaar posteren.

Zo ontstaat er in 1917 dankzij de zussen Reimersma een huwelijk tussen Piet Wolff (36) en Mien Beernink (27). Als Piet trouwt komt ook Wytske mee van Amsterdam naar Hengelo, waar Anna al in 1900 naar toe is verhuist.


De meubelmaker Hendrik Tekstra leverde aan veel zijn schoon­familie meubels en veel daarvan komt uiteindelijk in Hengelo terecht. Anna brengt het een en ander mee, net als Wytske. Hendrik snijt ook nog wel eens een speculaasplank voor banketbakker Piet. Bijna alle meubeltjes en andere spullen verzamelen zich bij het gezin PAJ Wolff - Beernink.

Aafke en Sjoukjen


En dan zijn er nog de twee zussen Aafke en Sjoukjen. Volgens wijlen GP Wolff drijven deze twee dames in Den Haag, in de Zeestraat, de zgn. “Friesche Winkel” en verkopen ze daar onder andere met succes allerlei Fries houtsnijwerk dat door zwager Hendrik Tekstra geproduceerd wordt. Ook het beroemde Makkumer aardewerk vindt via de winkel gretig aftrek, vaak wordt er gekocht door welgestelde amerikaanse klanten. Op de plek Zeestraat 19 staat nu het Hilton Hotel, naast het Panorama Mesdag.

Over Aafke en Sjoukje is niet veel bekend. Aafke trouwt in Makkum als ze 26 jaar oud is en wordt weduwe kort na de geboorte van haar eerste kind in 1878. Ze overlijd in 1936 in Makkum. Over Sjoukje is alleen haar geboorte terug te vinden.

Jan Beernink en Piet Wolff voor het Verenigingsgebouw in Hengelo.